De mythe van de Ariërs

De mythe van de Ariërs.

Mythe, geschiedenis of politiek ?

De Ariërs. Bij tijd en stond is dit een thema waarover nogal wat inkt vloeit. Het thema echter wordt alleen ideologisch en politiek aangesneden tijdens breukmomenten van de geschiedenis, zoals nu ook weer ( zie eveneens ons artikel Het Westen op zijn retour, deel 4 Blanke man heeft schrik” ). Nazi Duitsland heeft indertijd geld noch middelen gespaard om een gefundeerde basis voor hun theorieën rond suprematie bij deze Ariërs te vinden. Wetenschappelijk is dit geenszins overtuigend geweest. Recent satelliet, geografisch, genetisch en  archeologisch onderzoek heeft voldoende aangebracht zodat we over pure mythe kunnen spreken. Deze mythe is eigenlijk een zeer recente uitvinding.

 

 

 

1. Het ontstaan van de mythe.

 

De Europese verhalen over de Ariërs zijn vrij recent, in totaal nog geen twee eeuwen oud. In 1848 introduceerde de Duitse onderzoeker Max Muller, die in Oxford was ingehuurd, de term Aryan toegepast op een brede groep van talen. Hij definieerde er niet alleen een Arische taal en haar afgeleide talen, maar ook een overeenkomstig Arisch ras. Deze studie werd heel snel overgenomen in Duitsland en England, waar het een groep nationalistische schrijvers duidelijk aansprak. Wij noteren terloops dat geen van deze schrijvers enige etnologische vorming of kennis had. De reden van hun aantrekking was het gevolg van de nationalistische tijdsgeest.

Reeds eerder in 1788 noteerde Sir William Jones dat Grieks, Latijn, Celtic, Frans en de Germaanse talen duidelijk affiniteiten hadden met Sanskriet, dé klassieke Indische taal. In 1808 verklaarde Friedrich Schlegel vervolgens dat Sanskriet de stamtaal was van de Indo-Europese talengroep en de stamtaal van een gerelateerd ras. Noteer dat deze theorie diepgaand herzien is na later onderzoek. Men is het er vandaag over eens dat Sanskriet gerelateerd is, maar zeker niet de stamtaal. De relatie met ras behandelen we hierna in het volgende hoofdstuk De echte geschiedenis van de Ariërs.

Binnen de tijdsgeest werd de mythe echter gebruikt als element van de doctrine van het Pan-Germanisme. Deze doctrine ging uit van een ras van supermensen, voorbestemd om de wereld te domineren. Deze doctrine van een groot Germaans ras was echter ouder dan de Arische mythe zelf maar ze werd er wel door versterkt. Deze mythe stelde niet meer of minder dan dat er een groep nomadenstammen uit de Euraziatische steppen, die zichzelf Ariërs noemden, India binnen vielen tussen 1500 en 1000 VMTR ( = voor de moderne tijdsrekening of voor Christus volgens de oude benaming) en de Indus vallei bezetten en er de “donkere” lokale bevolking ( Engelse benaming: Dravidians) heeft verslagen en verjaagd.

 

Vervolgens zou dit volk 1200 jaar later de beroemde Reg ( of Rig) Veda, de oudste Hindoe geschriften, hebben geschreven. Groepen van deze stam zouden volgens diezelfde doctrine iets later naar Perzië en Europa migreren.

Historische bewijzen ( archeologisch, literair, volksverhalen, genetisch) zijn er echter nooit gebracht voor al deze beweringen. Vooral de laatste vijftig jaar zijn er daarentegen heel veel nieuwe zaken ontdekt via recente nieuwe technologieën ( satellietbeelden, moleculaire genetica) en ook via een hele reeks nieuwe opgravingen in de regio.

Feit is dat tijdens een recente historische maatschappelijke en politieke ontwikkeling in Europa deze invasiestheorie opnieuw werd aangegrepen om een superioriteitsleer te ondersteunen. De Nazi’s creeërden een ideologie van rassenhiërarchie, waarbij uiteraard een Herrenvolk, in casu de Germanen dus, de nakomelingen waren van de Ariërs, de raszuiveren die de donkere en minderwaardige lokale volkeren hadden verslagen en een zeer rijke cultuurgeschiedenishadden opgebouwd, bijna zo oud als de oudste Midden-Oosten ( Perzen, Babyloniërs en Egyptenaren) en ouder dan de latere grote Zuid-Europese ( Griekse en Romeinse) culturen, die direct en indirect een nefaste invloed hadden gehad op de rest van de Europese culturen. De Duitsers, afstammelingen van deze oudere en zuiverder cultuur, hadden derhalve, nog steeds volgens deze doctrine, de taak en het recht om de anderen te overheersen.

 

2. De geschiedenis.

 

Inmiddels weten we dat het woord Arya in Sanskriet eenvoudigweg nobel betekent en geen enkele referentie heeft met ras. In de Amarakosa van 450 VMTR wordt het woord als volgt gedefinieerd: een Ariër is iemand uit een nobele familie, iemand met een aangename houding en voorkomen, met goede inborst en een voorbeeldig gedrag.

In het epische gedicht Ramayana wordt Rama als volgt omschreven: ariër, die ijverde voor gelijkheid van allen en die voorkomend was voor iedereen. In de Reg Veda wordt het woord Arya zesendertig keer vermeld. Geen enkele keer echter met referentie naar ras of met de directe betekenis van ras. Taalspecialisten vandaag zijn het er 100 % over eens dat het woord gebruikt werd voor die mensen die een zekere gedragscode, een ethiek hadden. Men was Ariër of niet-Ariër naar gelang men deze morele gedragscode volgde of niet. Het is niets anders dan een culturele aanduiding van mensen die hoogstaande morele waarden hadden gecreëerd en naleefden.

Het concept van een Arisch ras of een tegenstelling tussen zogenaamde Ariërs en Draviden is een volledig Europese uitvinding, en wordt door geen enkel wetenschappelijk onderzoek ondersteund. Het gehele idee heeft zijn wortels in het 19de eeuwse Europese anti-semitisme. Een grote groep christelijk Europese intellectuelen keek op een bepaald ogenblijk naar het Oosten als een vertrekpunt van hun cultuur om de eigen christelijke ( dus Oud Testament) basis en afkomst te kunnen negeren. En in het Oosten bestonden daarvoor twee zeer oude culturen: de Chinese en de Indische. En uiteraard waren de Indiërs daarbij de uitverkorenen.

Meerdere geleerden, waaronder Kant, begonnen analogieën te trekken met de Indische mythes en filosofieën. Om de joodse erfenis van Europa te verdoezelen, stelden ze dus dat de Westerse cultuur eigenlijk zijn oorsprong had in India.

En uiteraard werden zij de Ariërs, die vanuit de Aziatische bergen naar Europa waren gekomen en christenen waren geworden en Europa hadden gekoloniseerd. Zelfs Voltaire was van oordeel dat alles afkomstig was van de oevers van de Ganges.

Vandaag kunnen we ons nog nauwelijks voorstellen hoe diepgaand het nationalisme van de 18de en 19de eeuw in Europa was.

Deze theorie vond in de eerste plaats een welwillend oor bij de Duitsers. Vandaag zien we hen als een rijke en machtige natie, maar in de 19de eeuw was het een lappendeken van hertogdommen en prinsdommen permanent onder invloed van Frankrijk en Oostenrijk-Hongarije. Een paar eeuwen lang waren zij de voetmat van belangrijker naties geweest. De Fransen en de Oostenrijkers hadden alle belang bij een verdeelde en versplinterde Duitse natie.

Vele Duitse intellectuelen van die tijd zoals Humboldt, Schlegel en Schopenhauer waren uitstekende kenners van de Indische literatuur en filosofie. Waar de Duitse interesse voor Indië in het begin nog emotioneel en romantisch was, was deze van de Engelsen zeer pragmatisch. Ze hadden alle belang bij het behoud van een kastesysteem in hun kolonie. De rol van alle Europese missionarissen in het gebied voegde daar nog een heleboel verkeerde, wetenschappelijk niet onderbouwde stellingen aan toe, zowel in Indië zelf als in thuisland Europa. Ze waren bovendien, op enkele uitzonderingen na, alles behalve op zoek naar nieuwe zieltjes, maar ze waren in de eerste plaats vertegenwoordigers van de koloniale regimes. Vooraanstaande koloniale kringen gingen op zoek naar de mensen die in staat waren de Reg Veda te vertalen. De Duitser Max Muller kwam in die periode in Engelse loondienst en zorgde er in de eerste plaats voor dat het begrip Ariër een rassen connotatie kreeg. Later zou hijzelf verklaren dat het eigenlijk eerder een linguïstisch concept was. Maar de term was ondertussen een eigen leven gaan leiden.

Na de revolte van 1857, de Duitse éénwording en de overwinning op de Fransen in 1871 werd Duitsland plots een machtige natie, die onmiddellijk door de Engelsen als vijand ( economische concurrent dus) werd gezien en bovendien door de Fransen werd gehaat wegens de nederlaag. Gevolg was een groeiend nationalisme alom in Europa, en in parallel een groeiende interesse in de Indische cultuur. Maar een wetenschappelijke methodiek is nooit toegepast op de Indologie ( de studie van de Indische cultuur). De raciale basis van de Europese visie werd steeds verder uitgewerkt, expedities werden gefinancierd, maar niemand heeft de fundamentele vertrekpunten van die theorie in vraag gesteld. Niemand is ooit in een andere richting gaan denken of onderzoeken. Tot voor kort.

 

3. De echte geschiedenis van de Ariërs

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het kritische onderzoek is amper een paar decennia oud. Nieuwe technologieën en diepgaander archeologisch onderzoek hebben ons een totaal tegenovergestelde visie gebracht. Wij zetten een aantal van de tegenargumenten en onderzoeksresultaten op een rij.

 

  • De Ganges wordt slechts éénmaal geciteerd in de Reg Veda, maar de rivier Sarasvati daarentegen minstens zestig maal. De Sarasvati is nu een uitgedroogde rivier, die ooit door de huidige Rajasthan woestijn vloeide. Onderzoek door een Indo-Franse expeditie onder leiding van Dr. Wakankar toonde via satellietbeelden aan dat deze Sarasvati ooit ruim zeven kilometer breed was. In dit gebied werden ontelbare ( een paar duizend) oude nederzettingen gevonden. In amper een honderdtal werden tot op heden opgravingen uitgevoerd en dan nog niet volledig. Deze machtige rivier wordt gedateerd op 3000 VMTR. Belangrijke conclusie is dan ook dat de Reg Veda reeds in 3500 VMTR bestond. Ook de rivier Drishadvati, die nog voor 3000 VMTR was opgedroogd, wordt in de Reg Veda beschreven. De echte Ariërs ( door ons Indo-Ariërs genoemd in het vervolg) die de Reg Veda schreven, kenden dus de Sarasvati uit die tijd en waren derhalve helemaal geen invallers uit de Euraziatische steppen. Ten tweede betekent het ook dat de Reg Veda ouder is dan de Mahabharata, die de Sarasvati als een stervende rivier beschrijft. Droogte dwong de Ariërs te migreren. Deze droogte wordt eveneens bevestigd door de paralelle geschiedenis van de Akkadiërs, de buren van de Ariërs in het toenmalige Mesopotamië.

Noteer dat volgens de Europese theorie de inval plaats zou hebben gevonden tussen 1500 en 1000 VMTR, toen de Sarasvati reeds was opgedroogd !

 

  • Sedert de ontdekkingen van de oudst bekende ruïnes van Harappa en Mohenjo-daro aan de rivieren Ravi en Sindhu ( de Indus) in 1922, waarop een reeks theorieën rond de Ariërs werden gebaseerd, zijn ongeveer 2500 nieuwe nederzettingen ontdekt in een gebied van ruim anderhalf miljoen vierkante kilometer. Méér dan driekwart hiervan aan de boorden van de uitgedroogde Sarasvati. Het uitdrogen van deze rivier gebeurde rond 2000-1900 VMTR. De bevolking verspreidde zich daarop in alle richtingen over het Indische schiereiland en verder, sommigen tot Perzië en Mesopotamië. Namen van leiders in deze gebieden zijn Indisch en bevestigen een migratie van Oost naar West, zoals ook beschreven in de Puranas. Een inval van Europese of Eur-Aziatische nomadenstammen is dus een gefabrikeerde theorie. De Ariërs waren originele bewoners van de Indus vallei.

 

  • Bij de opgravingen in Mohenjo-daro vond men resten van menselijke skeletten en dit werd als bewijs gezien voor een slachtpartij op grote schaal bij de inval. Maar Prof. G.F.Dales van Berkeley University zegt hierover in zijn boek The Mythical Massacre at Mohenjo-daro het volgende: Tijdens negen jaar opgravingen in Mohenjo-daro, een stad van drie mijl omtrek, vond men amper 37 skeletten of delen ervan. Alle werden gevonden in de lagere stad, het residentieel gedeelte. In het hogere stadsdeel waar de versterkte burcht stond, en waar normaliter dus het laatste gevecht zou hebben plaats gehad, werd geen enkel skelet gevonden, geen verbrande burcht, geen pijlpunten, geen wapens en geen wapenuitrusting.

 

Bovendien werd ook bij andere opgravingen in de grotere Harappa steden evenmin enig spoor gevonden dat kan wijzen op een inval of verovering. De opgravingen van de laatste zeventig jaar hebben geen enkel wapen, dagelijks gebruiksvoorwerp, aardewerk of kunstvoorwerp opgeleverd dat verwijst naar de Euraziatische herkomst van zogenaamde invallers.

 

  • De Reg Veda is volgens de verdedigers van de invasietheorie samengesteld en geschreven door de invallende Ariërs. Het bevat echter geen enkele referentie naar hun originele thuisland, of naar de inval zelf of naar gevechten in het Harappa gebied.

De Reg Veda refereert heel veel naar oceanen, schepen, stormen en enorme golven (tsunami’s ?) die invallers vanuit centraal Azië niet konden kennen.

 

  • Anthropologische en genetische studies van de laatste 10-25 jaar hebben nadrukkelijk aangetoond dat in het Harappa gebied een demografische continuïteit en een genomische eenheid aanwezig is sedert tenminste 40 000 jaar.

 

Even een zijsprong om het begrip haplogroep uit te leggen.

In de genetica is een haplogroep een groep van individuen die een gemeenschappelijke voorvader hebben met een bijzondere genetische mutatie. Ze hebben één enkele lijn van afstamming die duizenden jaren terug stamt. Het is dus een uitgebreide familiegroep of clan, waarvan alle leden een gedeelde voorvader hebben. Er zijn twee types van haplogroep: de Y-chromosoom (de vaderlijke lijn) en de mtDNA ( moederlijke lijn) groep. Haplogroepen worden aangeduid met letters van het alfabet en de subgroepen met deze letters en een cijfer: A1 of A1a bijvoorbeeld. De Y chromosomale groep R1a1a, bij de experten beter bekend als R-M17, is de meest uitgebreide familie in de wereld met miljoenen leden in Eurazië. R1a1a is direct geassocieerd met de verspreiding van de Indo-Europese talen en in India is deze groep eveneens geassocieerd met de Indo-Ariërs. Er is een ononderbroken mannelijke afstamming van een gemeenschappelijke mannelijke voorvader. De studie waarvan men het resultaat kan lezen op https://www.nature.com/jhg/journal/v54/n1:full/jhg20082a.html toont aan dat de R1a1* haplogroep ( waarbij het teken * refereert naar alle subgroepen van deze hoofdgroep) oorspronkelijk uit Indië komt en over geheel Eurazië voorkomt. Een nog recentere studie, gepubliceerd in 2015 bevestigt en verfijnt deze informatie waarbij wordt aangetoond dat de oudste voorbeelden van de R1a haplogroep in het Indische subcontinent worden gevonden en méér dan 14 500 jaar oud zijn.

Genetisch zijn er nauwe verwantschappen met Russen en Polen, met Vikings en met de oude Scythen. Tot op heden heeft geen enkele andere genetische studie oudere exemplaren van de R1a gevonden.

 

  • Professor Michel Danino, een in Frankrijk geboren Indiër stelde het onlangs nog als volgt: Al deze aanduidingen suggereren overduidelijk dat de Arische invasie nooit heeft plaats gevonden waarbij de Ariërs- veroveraars de inheemse Draviden zouden hebben onderworpen.

Er is geen enkel bewijs voor deze 19de eeuwse theorie, die werd uitgedacht door Max Muller en de koloniale machten. Deze theorie werd bewust misbruikt om Noord en Zuid en de gemeenschap in lage en hoge kasten te verdelen. Sommige Indiërs staan zelfs vandaag nog achter deze theorie omdat het kastensysteem voor hen nog steeds grote voordelen heeft.

 

 

Voorlopige nabeschouwingen.

  1. De Ariërs zijn geen apart ras of etniciteit in Indië. Ze zijn een aanduiding van mensen met een bijzondere levenswijze. De Dravidians, waarvan men zegt dat ze de voorvaderen waren van de huidige Tamil en dus donkerder dan de noordelijker levende Indiërs, waren genetisch van dezelfde stam en dus een subgroep.
     
  2. De Indo-Ariërs waren reeds rond 14 500 VMTR aanwezig in de regio van de Indus en de toenmalige Sarasvati.
     
  3. Zij schreven inderdaad de Reg Veda, die volgens onze huidige kennis ouder is dan de Mahabharata. Ze werd samengesteld dichter bij 5000 VMTR toen de Sarasvati nog een heel grote rivier was, dan bij 1500 VMTR toen de rivier bijna uitgedroogd was.
     
  4. Vele Indo-Ariërs verlieten het gebied tussen 2200 en 1900 VMTR wegens grote en langdurige droogtes zowel oost- als westwaarts. Deze droogte werd eveneens vastgesteld en beschreven bij andere volkeren uit Perzië en het Midden-Oosten. Zelfs tot in Egypte vinden we hierover historische notities terug. De ontvolking gebeurde in meerdere golven over een langere periode, en ook niet in alle gebieden tegelijk.
     
  5. Het zou dus wel eens kunnen dat de Indo-Ariërs, authentieke en originele Indiërs, de voorvaderen zijn van sommige Europese volkeren. De oude invasietheorie van de Europese nationalisten op zijn kop dus. Teutonen en Germanen met donkere voorvaders. Het politiek toeëigenen van het Ariërdom ( volgens nationalistische ideologie) is inmiddels zelfs zo ver uitgedeind dat er Slavo-Ariërs zijn ( Russische nationalisten met vandaag als exponent Navalny, inderdaad een zware anti alles wat niet Russisch is, dus ook anti West-Europese waarden). Maar er bestaan ook Arabo-Ariërs, jawel. Het wordt een bont allegaartje.
     
  6. https://news.nationalgeographic.com/news/2015/03/150303-human-dna-europe-language-archeology/ toont een massale bevolkingsimmigratie naar Europa aan uit het oosten tussen 2500 en 2000 VMTR. Vele haplogroepen werden bij dit onderzoek gevonden, inclusief de R1a1a van Indische oorsprong. Het onderzoek toont aan dat de vervanging van de bestaande Europese mannelijke bevolking in die periode bijna volledig was. Dit kan alleen betekenen door militaire verovering. Dit betekent ook dat de moderne Europese bevolking onder andere is bepaald door de Indische R1a1a lijn.Sporen van deze migratie worden gevonden in Afghanistan, Perzië, Armenië en Anatolië waar we namen en taalkundige begrippen terugvinden met relatie naar Vedische woorden. Kleitabletten gevonden in Bogazkale, Anatolië vermelden Vedische godheden. De meeste Europese voorouders waren dus geen Euraziatische stammen die via een omweg in Indië naar Europa waren gekomen, maar eenvoudigweg Indiërs, Indo-Ariërs, die gewoon rechtstreeks naar Europa zijn geïmmigreerd.
     
  7. De invasie theorie blijkt dus niets meer dan een theorie te zijn. Ook de Veda’s, de Puranas en de Itihasas vermelden nergens een migratie of invasie.

 

Bibliografie.

 

Kenoyer, J.M. Ancient cities of the Indus Valley Civilization, Oxford University Press, 1998.

Lal B.B. The earliest Civilization of South Asia. Aryan Books International. New Delhi, 1997.

Gupta S.P. The Indus-Saraswati Civilization. Pratibha Prakashan. New Delhi, 1996.

Manuel M.J. Hidden agendas: testing models of the social and political organisation of the Indus Valley tradition. https://core.ac.uk/download/pdf/109075.pdf Doctorale thesis. Durham University.

Edwards M. Die Induskultur. National Geographic 2000/06

Allcin B. en Allcin F.R. Origins of a Civilization. The Prehistory and Early Archeology of South Asia. Ed Viking, 1997.

Cork E. Rethinking the Indus Myths. Durham University, 2006.

Ratnagar S.F. Encounters. The Westerly Trade of the Harappan Civilization. Oxford University Press, 1981.

Jansen M. Mohenjo-Daro. Stadt der Brunnen und Kanäle. Wasserluxus vor 4500 Jahren. Bergisch Gladbach, 1993.

Kane P.V. The supposed Carnage of the City People by the Aryans. Indian History Congress. Lahiri, 2000.

Herrera R.J. en Garcia-Bertrand R. Ancestral DNA, Human Origins and Migrations. Academic Press, 2018.

Fairservis W.A. The Origin, Character and Decline of an Early Civilization. American Museum Novitates, uitgave 2302, 1967.

Lal B.B. The rigvedic People: Invaders ? Immigrants ?  Aryan Books International, 2015.

Danino M. The Lost River: On the Trail of the Sarasvati. Penguin Books, 2010.

Tamang R. en Thangaraj K. Genomic view on the peopling of India. Invest. Genet. 3,20, 2012.

Arvidsson S. Aryan idols: Indo-European Mythology as Ideology and Science. University of Chicago Press, 2006.

Guha S. Negotiating Evidence: History, Archeology and the Indus Civilization. Modern Asian Studies, 2005.

Laruelle L. The Return of the Aryan Myth. Nationalities Papers, 2002.

Sahoo S. A Prehistory of Indian Y Chromosomes. Proceedings of the National Academy of Sciences, 2006.